Bouwen, verbouwen en demonteren met een zo laag mogelijke milieubelasting
Eind 2018 is een Transitieteam Circulaire Bouw Economie (CBE) gestart dat bestaat uit vertegenwoordigers van overheden en de bouw en GWW-sector. BEwerken interviewde Vincent Gruis, voorzitter van Transitieteam Circulaire Bouw Economie over de vorderingen van het Transitieteam.
Stapsgewijs bereiken we het einddoel van een volledig circulaire bouw economie. Een goed basiskamp is het fundament van deze alomvattende opgave. Een belangrijke stap is gezet als dit in 2023 gereed is. Het bevat de benodigde instrumenten, hulpmiddelen en voorwaarden om de volgende stappen te kunnen zetten. Het instrumentarium is er inmiddels, maar ondergaat vooralsnog aanpassingen.
MPG biedt kansen, maar aanscherping is nodig
De MPG geeft een indicatie van de milieubelasting van de materialen die in een gebouw worden toegepast. Met het oog op circulariteit en de meetbaarheid daarvan, is het van belang dat de verschillende indicatoren van de MPG circulariteit in grote mate vertegenwoordigen. Als de juiste indicatoren in de MPG zitten en dit zonder te veel moeilijkheden inzichtelijk is te maken, kunnen slimmere (ontwerp)keuzes worden gemaakt ten behoeve van circulariteit. Bij diverse duurzame en circulaire uitvragen voor gebieden, woningbouw en utiliteitsbouw wordt al een MPG uitgevraagd die scherper is dan de norm. Zo geeft het Transitieteam het advies aan het Rijk om de woningbouw in 2030 vast te zetten op een MPG van 0,3. Echter neemt de Rijksoverheid deze waarde nog niet direct over. Dit betreft een spanningsveld tussen haalbaarheid en ambitie.
Het Transitieteam Circulaire Bouw Economie stelt dat als de koplopers in de branche de haalbaarheid reeds aantonen, dat het “peloton” in 2030 aan deze eisen kan voldoen. Vincent Gruis: ‘Wij merken dat de markt vraagt naar een eenduidig vereiste norm.
Europa versus Nederland
Vanuit Europa is CO2 dé indicator waarop men op stuurt. Deze is het meest ontwikkelt en gelukkig is hier veel aandacht voor, aldus Vincent Gruis. Al ziet het Transitieteam daar een gevaar in. Voor je het weet krijg je afwentelingseffecten op andere milieu-indicatoren, zo stelt Vincent Gruis. Een circulaire bouw economie is complex en behoeft het draaien aan verschillende knoppen. Je volledig focussen op CO2 reductie is het draaien aan 1 knop. Zo gelooft het transitieteam in meerdere instrumenten zoals de Milieukostenindicator en de Losmaakbaarheidsindex. De MKI is gebaseerd op 19 indicatoren waarvan CO2 er 1 van is.
Hergebruik als sleutelwoord
Eén van de dingen die aan een Circulaire Bouweconomie gaat bijdragen, is dat er hergebruikt wordt wat er al is. Dat klinkt simpel, maar luistert nogal nauw. Eind 2021 is een onderzoek gepubliceerd over de beschikbaarheid, daaruit blijkt dat in theorie, in de B&U sector, in 2030 bijna 60% van de vraag naar materialen kan worden gedekt met vrijkomende materialen. Maar in de praktijk kan en zal dat nog wel eens anders uitvallen. Hierbij is voldoende feedstock, de vraag naar secundaire grondstoffen en kwaliteitsbehoud noodzakelijk. Het daadwerkelijke cijfer ligt een stuk lager. Dit betekent volgens Vincent Gruis 2 dingen: we moeten wel voor een deel blijven werken met nieuwe materialen en daarbij moeten we gaan kijken naar biobased materialen. Als we daarvoor openstaan zullen we in ieder geval milieuvriendelijker kunnen bouwen.
Volgens Vincent Gruis zou 1 op 1 hergebruik (baksteen-baksteen) meer gestimuleerd moeten worden. Dit kan door bijvoorbeeld het inzetten van materialenhubs en of bouwmarkten voor tweedehands materialen. Dit vraagt ook om een slimme samenwerking in de keten, waar vroeger een ontwikkelarchitect nooit samen zou werken met demontagebedrijven, zie je nu dat ze elkaar opzoeken.
Adviezen vanuit het Transitieteam
Door een juiste “overheidsdwang” kunnen we de markt stimuleren om versneld toe te werken naar een Circulaire Bouweconomie. De stok achter de deur is nodig vindt Vincent Gruis. Door aangescherpte milieuregelgeving, zullen bedrijven specifieke milieuprestaties niet meer halen, wat zorgt voor een andere denkwijze en alternatieve processen. Zo onderzoekt het Transitieteam Circulaire Bouweconomie ook of een eventuele lagere belasting voor hergebruik van materialen of een belastingverlaging op arbeid, vanwege de intensivering van arbeid bij het productieproces van secundaire materialen. Vincent Gruis: Dit is iets waar de Sociaal Economische Raad zijn hoofd over moet buigen. Wij kunnen alleen de belangrijkheid en urgentie hiervan benadrukken.
Zo adviseert het transitieteam om het Materialenpaspoort niet verplicht te stellen voor de bouwsector, maar om wel te denken aan andere verplichtingen bij een sloopvergunning. ‘Maak bijvoorbeeld een materialeninventarisatie verplicht en leg contractueel vast hoe men voornemens is de materialen zo in te zetten dat deze opnieuw gebruikt zullen worden. Zo zou bij een bouwvergunning aanvraag dan al een re-montage plan aangeleverd kunnen worden. Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid is een onderwerp wat niet één op één in de bouwsector geïmplementeerd kan worden, volgens Vincent Gruis. De eerste reden is de lange (en onvoorspelbare) gebruiksduur van bouwmaterialen en bouwwerken. Daarbij heeft men ook te maken met financieringsvraagstukken. Woningcorporaties kunnen bijvoorbeeld goedkoop lenen door onderlinge borgingsconstructies. Dit maakt leasen voor hen minder interessant. Als men de afzonderlijke leveranciers van bouwcomponenten verantwoordelijk stelt, kunnen er ook afstemmingsproblemen ontstaan, tijdens onderhoud en uiteindelijk ook sloop.
Leven in een bubbel
In ons transitieteam zeggen we wel eens tegen elkaar: wij zitten in de bubbel van circulariteit, zo stelt Vincent Gruis. Circulariteit is namelijk nog relatief nieuw. Waar wij in ons netwerk bijna alleen maar in aanraking komen met circulariteit, lijkt het wellicht de normaalste zaak van de wereld, maar in de praktijk blijkt dat toch anders te liggen. In pilot projecten waar opdrachtgevers in geïnteresseerd zijn, zal er op een circulaire wijze gesloopt worden, maar bij een standaard opdracht zit die vereiste er nog niet in.
Het start bij de afweging tot verbouw of nieuwbouw. Ga eerst goed na of het echt nodig is en zo ja, neem dan onze adviezen over.