Recyclinggranulaat: een goed kwaliteitsproduct (4)
Als het gaat om duurzaamheid heeft recycling van oudsher een goede naam. Recycling is goed. Om daar een objectief oordeel over te kunnen geven zijn er normen ontwikkeld. De Levenscyclusanalyse (LCA, EN 15804)) is daarvan het bekendst.
BRBS Recycling heeft enkele jaren geleden een levenscyclusanalyse uitgevoerd (LCA) en deze in de vorm van een MRPI (Milieu Relevante Product Informatie) aangeboden voor de Nationale Milieudatabase. Momenteel loopt er een project om deze cijfers te updaten.
Methode
De LCA is een methodiek waarbij van 13 indicatoren de milieu-impact wordt berekend. Belangrijke indicatoren zijn bijvoorbeeld CO2, waterverbruik en toxiciteit. Via een omrekening op basis van kosten kan daarna de milieulast in één getal worden uitgedrukt, namelijk: MKI (MilieuKostenIndicator).
Duidelijk is dat met 13 indicatoren niet alle aspecten rond duurzaamheid en circulariteit worden afgedekt. Binnen de NMD en ook de normen zijn hier wel aanpassingen voor gedaan, maar nog steeds zijn nuances te maken.
Recyclebaarheid
Bijvoorbeeld het onderwerp ‘recyclebaarheid’, dat in de Bouwproductenverordening als het meest belangrijke aspect van “sustainability” van bouwproducten is benoemd. Juist dit is nauwelijks onderdeel van de LCA. Op papier kun je dan een duurzaam product hebben, maar dan is dat nog niet circulair. Circulair kun je een product pas noemen als dit na de gebruiksfase (inclusief de R-stappen Repair, Reuse, etc.) kan worden: gedemonteerd, gescheiden, ingezameld, gerecycled, en weer toegepast (afzet). Als een van deze schakels ontbreekt is er geen sprake van circulariteit en kan er geen sprake zijn van duurzaamheid.
Granulaat onder de weg: unieke eigenschappen
Toepassing van recyclinggranulaat als funderingslaag onder de asfalt- of betonverharding wordt steeds vaker als downcycling betiteld. Dat is te begrijpen vanuit het oogpunt dat na recycling de materialen in een andere productketen komen dan de oorspronkelijke. Hier zijn echter wel overwegingen bij te plaatsen.
Ten eerste zijn er in Nederland geen materialen beschikbaar waarmee de kwaliteit van deze funderingslagen kan worden behaald. Fysisch, technisch, functioneel en wat betreft kosten is recyclinggranulaat als funderingslaag vrijwel ongeëvenaard. Ook primaire steenslag waarmee in het buitenland mee wordt gewerkt, presteert minder goed. Kwantitatief ligt er een opgave, want welke grondstof is in die mate beschikbaar dat hiermee zo’n 20 miljoen ton funderingsmaterialen kan worden vervangen? Overigens is er wel vertrouwen dat alternatieven zijn te vinden, daar staat de sector zeker open voor.
Tweede is dat vaak wordt geredeneerd vanuit product tot product (bijvoorbeeld beton moet weer beton worden. Als vanuit grondstoffen wordt geredeneerd, kom je soms tot andere cycli (grind wordt weer grind) en andere conclusies: grind kan dan van beton naar asfalt en andersom. Dit geeft ook een andere kijk op toepassing van materialen in verschillende materiaalketens.
In de lopende studie van BRBS Recycling naar nieuwe LCA getallen wordt aandacht besteed aan de rol van recyclinggranulaat in de wegconstructie. Uitgaande van een broeikaseffect van 6.7E-01 kg CO2 eq/ton (= 0,67 kg/ton = huidige MRPI-cijfer) kan de waarde van dit getal worden ingeschat met een vergelijking met zandcement. Cement heeft een gemiddelde CO2-emissie van 502 kg CO2 eq per ton. Als alle andere factoren zoals aanbrengen, mengen, etc. worden genegeerd, zou bij een dosering van 1,3 kg per ton zand een gelijkwaardige CO2 prestatie worden verkregen. Het behoeft geen toelichting dat dit onvoldoende is voor technische gelijkwaardigheid en bij meer cement zal het broeikaseffect toenemen.
Wat wel een rol speelt is dat betongranulaat nog vaak wordt voorgeschreven als funderingslaag onder de weg. Dit kan echter prima (beter) dienen als toeslagmateriaal voor beton (zie onder), zodat de betonketen wordt gesloten. Het Grondstoffenakkoord, Betonakkoord en nationaal beleid (o.a. Transitieagenda) streven dit ook na. Het is niet langer circulair te noemen als zuiver betongranulaat als wegfunderingsmateriaal wordt voorgeschreven in bestekken. Menggranulaat is voor vrijwel alle wegconstructies een prima alternatief. Menggranulaat kan worden versterkt met staalslakken tot hydraulisch granulaat en daarmee kan de constructieve waarde verder worden verbeterd.
Granulaat in beton: geen extra cement nodig!
De LCA van toepassing van recyclinggranulaat in beton (meestal betongranulaat, maar ook menggranulaat, Ecogranulaat, gerecycled ballastgrind en andere opties) ten opzichte van grind of primaire steenslag laat zich goed doorrekenen. In meerdere onderzoeken is aangetoond dat de milieu-impact van recyclingbeton vergelijkbaar is met die van regulier beton. Als daarbij rekening wordt gehouden met de onvolledigheid van de LCA voor een aantal aspecten (zoals de landgebruik als gevolg van winning en voorkomen van storten), wordt duidelijk dat toepassen van recyclinggranulaat in beton wel degelijk een duurzame keuze is.
Cement domineert de milieubelasting van beton in hoge mate. De verschillen tussen de overige grondstoffen (grind, zand, recyclinggranulaat) vallen in het niet. De omvangrijke berekeningsmethodieken leiden daardoor bij opdrachtgevers niet vanzelfsprekend tot andere keuzes voor deze grondstoffen. Als het beleid om de toepassing van primaire grondstoffen te beperken succesvol wil zijn is dit een belangrijk aandachtspunt.
Er wordt nog wel eens beweerd dat er meer cement nodig is bij toepassing van recyclinggranulaten in beton. Dat levert een nadeel op voor de milieuscore. Beton technologisch zijn echter de eigenschappen (bijvoorbeeld porositeit, consistentie) van de recyclingmaterialen goed te ondervangen, waardoor in de meeste gevallen extra cement niet nodig is. Dat is positief voor de milieuscore van het recyclingbeton. Daarmee is recyclingbeton de juiste keuze.
De doelstellingen van het Grondstoffenakkoord en het Betonakkoord zijn helder: de hoeveelheid primaire grondstoffen moet omlaag. Recycling voorkomt dat voor de winning van zand en grind moet worden ingegrepen in het landschap en wordt storten voorkomen. Bovendien draagt recycling bij aan zelfvoorziening van grondstoffen in de regio. Dus ook al zou een MKI berekening een klein nadeel tonen voor recyclingbeton dan nog is er meer dan voldoende basis voor recycling, ook van oud beton voor nieuw beton. Beton is circulair.
Transport en afstand
Omdat recycling vaak een lokale activiteit is, kan worden bespaard op transport en daarmee op milieu. Als grondstoffen en producten over grote afstanden worden vervoerd kan dat voordeel teniet worden gedaan. Dat is niet de bedoeling. Omdat transport ook kosten met zich meebrengt, wordt dit al gedeeltelijk vereffend. Hoe klein de afstand kan worden, moet echter ook worden afgewogen tegen aspecten als kwaliteit (hoogwaardigheid) en haalbaarheid (schaalgrootte). De regionale verspreiding van bestaande recyclingbedrijven sluit hier goed bij aan.
Tot slot
Circulariteit is nog niet volledig geborgd in de genormaliseerde berekeningen voor duurzaamheid, terwijl dat toch een van de belangrijke doelstellingen is van het beleid. De borging van circulariteit is nog een belangrijke stap die moet worden gezet. Pas dan is een goede afweging van alle duurzaamheidsaspecten mogelijk.
Op gebied van duurzaamheid past de toepassing van recyclinggranulaat goed in de circulaire economie. Het materiaal is goed regionaal beschikbaar en via certificering (BRL 2506-1) is de kwaliteit goed geborgd. Voor de wegenbouw is het moeilijk om duurzaamheid goed te vergelijken, omdat dit dusdanig gemeengoed is en er (nog) geen goede alternatieven bestaan. Daarom is het moeilijk om aan te geven of dit nu een goede duurzaamheid heeft of dat er toch sprake is van downcycling. Bij recycling van beton naar beton is er wel vergelijking mogelijk. De conclusie is dat dit duurzaam en circulair is.
Ondanks alle beperkingen die een LCA of MKI heeft, is de duurzaamheid van recyclinggranulaten reeds goed; de milieulasten zijn op zijn minst gelijkwaardig aan de alternatieven, de milieulast is beperkt en de circulariteit is goed. Dus vraag moet daarom niet zijn Waarom? Maar Waarom Niet?