BRBS-Van-Werven-Nieuwe-Sortering

Plastic scoort!

Bijna dagelijks worden we als maatschappij, politiek en bedrijfsleven met de neus op de feiten gedrukt: het gebruik van plastic is niet goed en de wijze waarop wij in er in de afvalfase mee om gaan is zo niet nóg slechter voor ons. Vervolgens ontstaat er juist een tegenreactie vanuit producenten en importeurs van plastic grondstoffen en producten die dan weer aangeven dat juist de Nederlandse overheid en de Europese Commissie moet gaan versnellen met de transitie naar een circulaire economie voor plastics.

Het lijkt erop dat hoe meer er door de maatschappij en milieubewegingen geageerd wordt tegen plastics en de daaraan gekoppelde vervuiling, hoe krampachtiger producenten en multinationals gaan reageren.

En omdat plastic scoort in de media worden veel berichten integraal overgenomen zonder factchecking waardoor de ongefundeerde discussie nog verder oplaait.

Omdat ik hou van feiten en niet van fabels is het van belang om te weten waar we nu precies met z’n allen over praten. Exacte cijfers over de productie en recycling van plastics zijn niet eenvoudig te verkrijgen maar officiële publicaties vanuit het Europees Parlement spreken van een wereldwijde plasticproductie van jaarlijks 322 miljoen ton (*2015). Op Europees niveau resulteert dit in een verdeling naar verpakkingsmateriaal (40%), consumptie- en huishoudelijke artikelen (22%), bouw en aanleg van infrastructuur (20%), auto’s en vrachtwagens (9%), elektronische en elektrische apparatuur (6%) en landbouw (3%). Van al dit materiaal wordt jaarlijks 39% verbrand, 31% gestort en 30% gerecycled (*2016).

Om dit naar Nederlands perspectief te herleiden is een rapport van CE Delft uit 2019 (Plasticgebruik en verwerking van plastic afval in Nederland) een goede indicatie van onze nationale situatie. In Nederland is in 2017 ongeveer 1.900 kiloton plastic op de markt gebracht. Hiervan wordt 40% gebruikt in grote en kleine gebruiksvoorwerpen, 30% in verpakkingen, 15% in bouwmateriaal, 11% in kleding en textiel en 3% zowel in auto’s als in elektrische en elektronische apparaten. Iets andere verhoudingen dan de Europese, met als belangrijkste afwijkingen het percentage verpakkingstoepassingen. In datzelfde jaar is 1.650 kiloton plastic verwerkt waarvan 32% consumentenverpakkingen en de rest is onder te verdelen in de andere categorieën met dien verstande dat de plastic afvalstoffen niet altijd meer goed herleidbaar zijn naar het oorspronkelijk gebruiksdoel. Als gevolg van dit laatste wordt gesteld dat 39% dermate ondefinieerbaar is dat het niet is meegenomen in de eindconclusie dat ongeveer 40% wordt gerecycled en 58% verbrand.

Tot zover de onderzoeksfeiten.

Wat opvalt is dat “slechts” éénderde van het plasticafval in Nederland, verpakkingen betreft maar dat hier wel de grootste nadruk op ligt in de media (plastic soep, zwerfafval, statiegeld, etc.). Over de overige 70% wordt amper gerept, terwijl de infrastructuren en technieken om die materialen op te werken (recyclen) naar secundaire grondstoffen ruim voorhanden zijn. Verder is een groot verschil dat voor verpakkingen een ketensubsidiesysteem operationeel is en voor de overige plastics niet. Die “overige” 70% wordt, indien dit goed wordt aangeboden grotendeels gerecycled tot granulaat.

Waarom lukt het dan kennelijk niet om het overall recyclingpercentage voor plastic te verhogen? Prof.dr.ir. Jan Rotmans, hoogleraar aan de Erasmus Universiteit, heeft hier een mooie term voor: Meestribbelaars. Deze meestribbelaars (sommigen bewust en sommigen onbewust) bewegen mee met de discussies en ondertekenen convenanten en greendeals om te komen tot een circulaire economie maar pakken niet door wanneer de oplossingen door de markt worden aangeboden, behalve wanneer er een “aanzienlijk” kostenvoordeel aan verbonden is. Dit geldt overigens ook voor veel consumenten die, gedreven door een lage prijs, producten blijven kopen met een slechte ecologische footprint.

De oplossingen worden in de DSGC publicatie ‘Transition Time! – A Circular Economy for Plastics’, onder andere gezocht in chemische recycling, uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, upcycling en 50% gebruik van recycled plastic in verpakkingen in 2025. Goede ideeën en doelstellingen maar kijk nu ook eens wat er al mogelijk is en stribbel niet mee met de flow om de boel vertragen.

Recyclingbedrijven zijn op dit moment al in staat om op specificatie plasticgranulaat te leveren dat dezelfde eigenschappen heeft als virgin plastics. De gevestigde industrie neemt deze echter niet af, want het is te duur (ten opzichte van virgin plastic dat tegen dumpprijzen op de markt wordt gezet) of het granulaat wijkt qua kleur net even af van de gebruikelijke korrels. De recyclingindustrie is er klaar voor om kwalitatief hoogwaardige recyclaten te leveren die in een blend met virgin plastics een uitstekende grondstofmix geven. Misschien nog niet geschikt voor foodgrade toepassingen maar doppen van scheerschuimflessen of verpakkingen van ruitensproeiervloeistof zijn heel goed te maken van secundaire grondstof.

Dat we hier het probleem van plastic soep en zwerfvuil nog niet mee oplossen is duidelijk, maar het onnodig verbranden van in potentie hoogwaardige grondstoffen kunnen we hiermee wèl voorkomen.

Het lijkt mij een mooie kop in de media: Het recyclen van plastic in Nederland gaat zo goed dat onze aanpak kan worden vermarkt in het buitenland!

Otto Friebel

Directeur BRBS Recycling